donderdag 18 februari 2010

The big '2'

Al van het moment dat je amper kunt bewegen, wordt er toch een groot feest georganiseerd voor je geboorte, je doopsel, later je eerste verjaardag. Stilaan besef je dat op die dag al de aandacht enkel en alleen naar jou gaat, dat iedereen blij is en dat je overladen wordt met cadeaus en verrassingen. Zondag 7 februari was het weer mijn beurt. Ik werd 20 jaar. Hemels? Nee, het liet me nadenken. Wat nu? Ik was officieel geen tiener meer, mensen zouden meer en meer 'volwassenheid' en 'verantwoordelijkheid' van mij verwachten. En ik werd bang. Ik moest en zou iets vinden dat bewees dat ik nog wel jong en onverantwoordelijk kon zijn.

Ik wilde voor één keer nog eens alle aandacht. Nog één keer verrast worden en veel cadeaus krijgen. Nog één keer gewoon volledig uit mijn dak gaan. Dinsdag 16 februari was het zover. Een dikke veertig man kwam langs. De één verkleed als Zac Efron en Barack Obama, de anderen hadden cadeaus mee of gewoon een fantastisch humeur. Het moest het feest van de maand worden en dat was het ook. Voor één nacht lang waren iedereen zijn ogen op mij gericht. Voor één nacht lang voelde ik me niet de 'studente journalistiek die dringend moet beginnen werken voor school en verantwoordelijkheden opnemen', ik was gewoon weer Kato. Het meisje dat plezier maakt als ze daar zin in heeft en zich vooral van niemand iets aantrekt zolang het maar aangenaam blijft.

Kato, 20 jaar, volwassen maar af en toe toch gewoon weer Kato.

zaterdag 9 januari 2010

Wat een avontuur... Al die sneeuw!

Elk jaar kwam weer hetzelfde verwijt naar boven : "In België sneeuwt het nu nooit!" En elk jaar klaagden weer diezelfde mensen over vroeger. Toen was het toch zo goed, toen sneeuwde het nog in de winter en was de zomer lekker warm. Toen kon je skiën in de Ardennen en zwemmen in de Noordzee.

Wel lieve mensen, het is eindelijk zo ver. Het sneeuwt weer! En hard. Al drie à vier weken ligt België bijna non-stop verstopt onder een wit tapijt. Maar ook nu weer zijn de meesten niet tevreden: "Het is zo koud!" of "Door die sneeuw geraak ik nergens meer op tijd". Ik begin zo stilaan te denken dat het nooit goed is...

Het zit al vanaf dat we kind zijn in ons. We willen persé die pop (of race-wagen zoals u wil) hebben, we willen absoluut niets anders en beloven plechtig er eeuwig met te spelen. Want we weten ook wel dat speelgoed veel geld kost. En toch. 6 december. Sinterklaas is langs geweest. De pop (of race-wagen) ligt inderdaad klaar op tafel. Klaar om verzorgd en bemoederd te worden en dat doen we. Tot we merken dat ze toch niet zo geweldig is als de reclame ons deed denken. Tot het ons opvalt dat ze helemaal niet uit zichzelf beweegt of praat en dat we alles moeten voordoen. We gooien de pop in de vuilbak en grijpen terug naar onze kleurpotloden. Van hen hadden we tenminste geen al te hoge verwachtingen. Van hen zijn we zeker wat er met gebeurt en wat we er met kunnen doen.

We zien het zo vaak. We maken het zoveel mee. Heel onze opvoeding zien we niets anders. Nieuw speelgoed, nieuwe uitvindingen worden eerst met argusogen bekeken. Tot één iemand het waagt. En tot die ene persoon er meerdere weet te overtuigen. Tot het een gevoel van 'vertrouwen' uitschijnt. En ook in onze relatie met mensen reageren we net hetzelfde. Een blanke voor n'n blanke. Een zwarte voor ne zwarte. En een Marokkaanse voor een Marokkaan. Zeker niet mengen want dat is gevaarlijk! Zeker niet verkennen, want wie weet wat ze met je doen? Zolang we blijven waar we horen, hier in ons vertrouwde België (dat plots niet meer zo vertrouwd is door de vele sneeuw), met onze familie die we kennen en de vrienden die we vertrouwen om ons heen. Zo is het goed. Zo hoort het.

Het vertrouwde spreekt ons aan, een avontuur stoot ons af.

Och, ik ben tevreden; Ik zit warm binnen, een thee binnen handbereik en de cursussen op mijn bureau. Klaar om verslonden te worden. Laat ze maar zagen, ik zal wel genieten... En ploeter met veel plezier, half schuivend en vallend door het dikke tapijt dat straks buiten op me ligt te wachten.